Het waterleidingbedrijf PWN voert jaarlijks pompproeven uit in de duinsecundairen. Deze winsystemen bestaan uit een aantal pompputten die via een verzamelleiding aansluiten op een transportleiding. De proeven hebben als doel eventuele verstopping van de putten bijtijds te signaleren, zodat er gerichte regeneratiewerkzaamheden kunnen plaatsvinden. Om de interpretatie van de proeven te verbeteren is een computermodel ontwikkeld.
Dit model is in staat om gelijktijdig de complete waterbalans van de ondergrond, de pompen, en het leidingwerk te berekenen. Alle gemeten gegevens kunnen hierbij gebruikt worden, zoals grondwaterstanden, afpomping, drukken in de leidingen en debieten. Als invoer dienen de gegevens van de ondergrond, de leidingweerstanden, en de Q/H relaties van de pompen.
De ondergrond kan zowel numeriek (met een eindige-elementen netwerk) worden opgegeven, als analytisch (ruimtelijk constant). Om de afpomping te berekenen is echter een zeer fijn numeriek netwerk nodig, op de schaal van het boorgat, wat bij meerdere putten al snel leidt tot te lange rekentijden. Voor de testen bij PWN is daarom van de analytische methode gebruik gemaakt.