Sint-Annabos is een hydrologisch bijzondere natte natuurparel, gelegen ten westen van Uden. Binnen het gebied treden wijstverschijnselen op, die in deze vorm, ook in internationaal perspectief, uniek worden geacht.
Deze omstandigheid heeft in de loop van de tijd veel onderzoek aangetrokken. Aan de andere kant heeft het het gebied niet kunnen behoeden voor ontginningen ten behoeve van ondermeer agrarisch gebruik. Het gebied is inmiddels aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en opgenomen in de zogenaamde Cork-lijst van gebieden die met prioriteit zouden moeten worden hersteld tot hun natuurlijke status. Momenteel is de helft van het begrensde EHS-gebied nog in agrarisch gebruik en het waterbeheer is daar op afgestemd, hetgeen impliceert dat het gebied gedraineerd is en doorsneden wordt door waterlopen.
Het tot dusver uitgevoerde onderzoek in het gebied heeft veel informatie opgeleverd. Deze informatie wordt in dit onderzoek gebruikt in de schematisatie van het hydrologische systeem en het opstellen van een hydrologisch model. Dit model zal dan een hulpmiddel zijn om herstelmaatregelen voor het gebied te beoordelen op effectiviteit en op verwachte uitstralingseffecten naar de aangrenzende cultuurgronden.
Om de effectiviteit van verschillende herstelmaatregelen te kunnen beoordelen is een meetlat met te kwantificeren criteria nodig. Gezien het detail van de modellering is in dit geval een kwalitatieve beoordeling het hoogst haalbare. De elementen in deze beoordeling zijn:
- kwelintensiteit bij de breuk
- gemiddelde leeftijd van het kwelwater
- grondwaterstand in de natuurparel
De beoordeling is gebaseerd op de modelresultaten van met name de stroming en de GHG. In de huidige situatie wordt relatief veel water afgevangen door het drainagestelsel. Daardoor is de regenwaterlens relatief dun, zijn de verblijftijden van het ondiepe grondwater relatief klein en is de grondwaterstand relatief laag. Door peilopzet wordt de regenwaterlens dieper. Daardoor worden de verblijftijden van het ondiepe grondwater groter en neemt de kwel bij de breuk toe, terwijl de herkomst van het kwelwater dieper en de kwaliteit dus gerijpter is. De grondwaterstand neemt door de maatregel binnen de parel toe.
Het dempen van waterlopen leidt tot een verschuiving in dezefde richting als het peilopzet, maar op alle fronten in versterkte mate. De kwelintensiteit en de leeftijd van het kwelwater neemt verder toe. De grondwaterstand neemt eveneens sterker toe.
Infiltratie in het stedelijk gebied van Uden leidt binnen de parel Sint-Annabos niet tot een sterke verbetering van de situatie: daarvoor ligt het gebied te zeer lateraal van het interessegebied. Waarschijnlijk zou een peilverhoging meer bovenstrooms van Sint-Annabos wel kunnen bijdragen aan de diepe kwelcomponent. Een dergelijke ingreep is echter alleen effectief in samenhang met de eerder genoemde interne maatregelen (dempen sloten of peilopzet).