ArtProf

Screenshot ArtProf

ArtProf is ontwikkeld voor Waterschap Aa en Maas, om geautomatiseerd legger-doorsneden te maken.

Waterschap Aa en Maas wil vanuit het beheersregister een legger kunnen construeren. In het beheersregister staan de werkelijke gemeten punten in dwarsdoorsnedes van waterlopen. In de legger staan schematische kenmerken zoals bodembreedte en taludhelling behorende bij een beperkt aantal standaard-profielen. Met ArtProf worden geautomatiseerd legger-doorsnedes gemaakt waarbij gebruik wordt gemaakt van twee verschillende methodes: “Gewogen bodempunten” en “Best fit”.

De dwarsdoorsnedes van de waterlopen worden beschreven als een set van punten (afstand, hoogte) langs een lijn. Deze zijn verkregen door de werkelijk gemeten punten te projecteren op een lijn die dwars op de waterloop staat. De punten zijn voorzien van een code, die tijdens het meten wordt ingevoerd. In sommige gevallen is ook een modderprofiel gemeten. De punten hiervan liggen op dezelfde afstand als de bodemprofielen.

Voorbeeld van een ingemeten profiel met in de tabel de betekenis van de code

Het programmascherm van ArtProf, met een titel van de verschillende programma-delen, is te zien in de onderstaande figuur.

Schermopbouw ArtProf

Om de omzetting naar leggerbestanden te kunnen doen worden eerst de gemeten profielen geїmporteerd. Na het inlezen van de bestanden wordt direct voor alle ingemeten
profielen het type profielen berekend en gedetecteerd. De volgende profieltypen worden automatisch gedetecteerd aan de hand van de bodempunt codes van het ingemeten profiel:

  • Standaard
  • Flauwe oever
  • Plasberm

In de box Type profiel wordt aangegeven om welk type profiel het gaat met daaronder een nadere typering van de linker en rechter oever:

  • linker oever: standaard, plasbermtalud L, talud2 L
  • rechter oever: standaard, plasbermtalud R, talud2 R

Met behulp van het programma kan op verschillende manieren de resultaten gepresenteerd worden. Dit gebeurt in twee grafieken. In de bovenste grafiek (profielgrafiek) is een doorsnede te zien en in de plattegrond (geografisch overzicht) rechtsonder de ruimtelijke ligging. Wat er precies gevisualiseerd wordt hangt af van de selecties in de lijsten, linksonder in het scherm. In ieder geval wordt het gemeten profiel, en indien aanwezig het gemeten modderprofiel (met open rondjes) getoond. In de linkerlijst kunnen 1 of meerdere profielen geselecteerd worden. Deze worden ieder met een eigen kleur in de doorsnede-as geplot. Welke leggerdoorsnede wordt geplot hangt af van de selectie in de middelste lijst. Er zijn momenteel twee methoden mogelijk: “Gewogen bodempunten” en “Best fit”. Deze methoden kunnen tevens voor de modderpunten worden toegepast.

Weging van de bodempunten

Bij de methode “Gewogen bodempunten” wordt een profiel gezocht dat begint bij de linker insteek en eindigt bij de rechter insteek. Daarnaast gaat het profiel ook door het rechter en linker bodempunt. De enige overgebleven variabele is de bodemligging van het profiel. Deze wordt vastgesteld door de bodempunten gewogen te middelen. Het gewicht wordt bepaald door de lengte van het segment waarvoor het punt representatief is. De grenzen van deze segmenten liggen precies midden tussen de bodempunten. De segmenten aan de uiteinden worden begrensd door het linker en rechterbodempunt.

De omgezette leggerbestanden kunnen tenslotte geëxporteerd worden naar een ESRI shape file. Dit is een file met punten waaraan verschillende attributen of kenmerken van het betreffende profiel zijn gekoppeld.

Indien u interesse heeft in het programma ArtProf, neem dan contact op met Frans Schaars of Frank van Vliet (0182-387138)

Hydrologisch adviesbureau