De drie waterschappen in Brabant maken gebruik van het provinciale meetnet om de kwantitatieve situatie van het grondwater vast te stellen. Om te achterhalen of de huidige grondwaterstand hoog of laag is wordt deze vergeleken met statistiek uit het verleden. Aan Artesia is gevraagd deze statistiek af te leiden, in de vorm van een bandbreedte voor elke dag van het jaar.

Als hulpmiddel bij de bepaling van de bandbreedte is tijdreeksanalyse toegepast. Hierbij wordt een tijdreeksmodel geijkt op de gemeten grondwaterstand, waarna ook niet-bemeten tijdstappen kunnen worden gesimuleerd. Hiermee is het mogelijk voor alle meetpunten een grondwaterstand-reeks met exact dezelfde tijd-discretisatie te maken. Een bijkomend voordeel is dat meetfouten via deze exercitie uit de data gefilterd worden. Met de gefabriceerde meetreeksen is vervolgens de grondwaterstand-statistiek voor elke dag van het jaar bepaald.
Deze statistiek is nog erg afhankelijk van korte droge en natte perioden uit het verleden, wat ongewenst pieken en dalen tot gevolg heeft. Daarom is een gewogen gemiddelde van 31 dagen op de bepaalde dagelijkse statistiek toegepast. Deze periode bleek een geleidelijk verloop te geven, waarbij de maandelijkse variatie in grondwaterstand nog goed tot uiting komt. Met behulp van deze statistiek kan de waterbeheerder een objectief oordeel vellen over bijvoorbeeld droogte, en zijn beleid hierop aanpassen.
